Categorie: Algemeen (geen categorie)
-
AuteurBerichten
-
21 september 2020 om 15:46 ReactieJanneke
Goedendag,
Onlangs ging mijn baas ( huisarts) een visite doen bij een patient met als klacht; algehele melaise en dorst. Niet bekend met DM, status na colonca operatie, bekend met reuma, onderhoudsdosering 5 mgr.
Dhr maakte een zieke indruk. Was niet misselijk,goed aanspreekbaar. Bloedsuiker niet nuchter 28. Dhr is ingestuurd naar de tweede lijn.Nou vraag ik mij af:
Was het ook verantwoord om dhr thuis insuline te geven, minimaal 10 EH om een keto acidose of HHS( non ketose) te voorkomen ? En hoe zit het dan met het kalium? In Langerhans boek over DM2, de achtergronden, staat dat bij een Ketoacidose of een HHS er per definitie sprake is van een kalium tekort en dat dit tekort eerst moet worden aangevuld voordat je insuline geeft.
Hoe zit dat dan, met het kaliumtekort, als je in de eerste lijn bij iemand waarvan je vermoedt dat ie wel eens een hyperglycemisch syndroom zou kunnen krijgen, wel start met insuline?
Ik ben benieuwd naar uw antwoord!Hartelijke groet,
Janneke
22 september 2020 om 07:00 ReactieHenk BiloIk denk, dat met de onderhoudsdosering van 5 mg prednison bedoeld wordt, klopt dat?
Heel belangrijk is, hoe ziek iemand op het moment van de glucosewaarde van 28 mmol/l is. Dat is voor een groot deel bepalend of het verstandig is om iemand in te sturen, of dat behandeling in de eerste lijn kan worden gestart zonder verwijzing.
Ik ken de leeftijd van de patiënt niet. Het verhaal zal echt anders zijn als iemand 28 jaar is of 74 jaar, en of iemand veel klachten heeft van dorst, of bijvoorbeeld kortademigheid. Deze man was misselijk, én hij gebruikt prednison, dus meerdere redenen om voorzichtig te zijn.Daarnaast: wat bedoelt u met een hyperglycemisch syndroom? Grofweg zijn er twee vormen van (ernstige) ontregeling: een ketoacidose of een hyperglykemisch non-ketotische ontregeling, uiteindelijk beide eindigend in een coma. Ook hier geldt weer dat de mate van ziek zijn leidend is aangaande het wel of niet insturen naar de tweede lijn.
Wat betreft het starten van insuline: bij ernstige ontregelingen en de noodzaak voor intraveneus vocht en insuline toedienen zul je zeker het kalium (en niet alleen het kalium overigens, maar bijvoorbeeld ook het fosfaat) goed in de gaten moeten houden. Is iemand niet ziek, is de hoge glucosewaarde min of meer een toevalsbevinding, en kan hij of zij gewoon eten en drinken, dan zal starten met insuline in (relatief) lage doses mét snel leren van zelfcontrole goed in de eerste lijn gewoon kunnen. Mocht u dan toch twijfels hebben aangaande het kalium, dan raad mensen aan om bijvoorbeeld tomatensap te drinken.
22 september 2020 om 12:39 ReactieJannekeBeste heer Bilo,
Dank voor uw uitgebreide antwoord. Ik was wat haastig tijdens invoeren van deze casus. Idd bedoel ik prednison, en het woord syndroom had ontregeling moeten zijn!
Deze meneer is overigens 71 jaar.Mag ik uit uw antwoord opmaken dat als iemand ‘ te goed’ is om in te sturen,maar wel een dreigende ontregeling heeft, je start met insuline en daarnaast adviseert om tomatensap te drinken? In de eerste lijn / of in de dienst, wordt niet met spoed electrolyten aangevraagd .
Is de volgorde dan niet belangrijk, dus eerst het kalium/ fosfaat goed krijgen vervolgens insuline toedienen?
Of kun je er van uitgaan dat als iemand wel normaal gegeten/ gedronken heeft dat het wel goed zit met de electrolyten?vriendelijke groet,
Janneke
25 september 2020 om 14:13 ReactieDag Janneke,
Ken je ons boekje acute diabeteszorg? Daar staat een veilige beslisboom in over hyperglycemie en hoe een patient in de 1e lijn veilig thuis te houden zonder zorgen over bv het kalium.
groet Bas
25 september 2020 om 18:07 ReactieJannekeHoi Bas,
Jazeker heb ik die.
Goed dat je er naar refereert, is idd heel duidelijk!Groet,
Janneke
-
AuteurBerichten