Categorie: Algemeen (geen categorie)
-
AuteurBerichten
-
16 januari 2003 om 16:10 ReactieAnneke Boersma, diëtist
Wat is de invloed van de uitscheiding van gastro-intestinale hormonen op de glykemische index?
(bron: protocol uit Elseviers Bedrijfsinformatie)29 januari 2003 om 15:15 ReactieIwan C.C. van der Horst, arts-assistentDe invloed van intestinale hormonen op het glucosemetabolisme
Het beschrijven van de invloed van intestinale hormonen op het glucosemetabolisme is niet eenvoudig. Het mechanisme achter de beïnvloeding van het glucosemetabolisme door andere hormonen dan insuline en glucagon is interessant. Voor de praktijk is deze kennis niet van groot belang.
Twee situaties wil ik beschrijven.
1. Fysiologische (normale) omstandigheden
Indien een persoon niet ziek is, functioneert het lichaam goed. Bij het eten van voedsel werken de maag en de darmen samen om uit het voedsel bestanddelen te halen die nodig zijn bij het maken van energie. Energie die nodig is om het lichaam in stand te houden. De maag produceert onder andere zuur waardoor sommige cellen die darmhormonen produceren worden beïnvloed. Een flink aantal hormonen van de darm zijn bekend, zoals gastrine, CCK, secretine, GIP, VIP, somatostatine, motiline, PP, substance P, GRP, neurotensine, enteroglucagon, PYY, NPY en CGRP. De belangrijkste functies van deze hormonen zijn het stimuleren van secretie van enzymen van het pancreas, stimuleren van de beweeglijkheid van de darm, contraheren van de galblaas. Sommige hormonen hebben op deze processen een stimulerende werking en anderen een remmende. Bovendien beïnvloeden de hormonen elkaar onderling. Onder fysiologische omstandigheden merkt men weinig van deze hormonen.Niet alle hormonen hebben een gelijke invloed op het glucose metabolisme. GIP bijvoorbeeld stimuleert de reactie van insuline op veranderingen in de glucose spiegel. Somatostatine kan onder andere de secretie van insuline onderdrukken.
2. Pathologische omstandigheden
Het kan voorkomen dat een carcinoom onstaat van cellen die darmhormonen produceren. Hierdoor neemt de hoeveelheid darmhormoon die door de betreffende cel wordt geproduceerd toe. Wanneer dit cellen betreft die GIP of somatostatine produceren is dit van invloed op het glucosemetabolisme. Zo ontstaat bij een somatostinoom hyperglycemie. Gelukkig komen deze carcinomen niet vaak voor en daarom vindt de behandeling plaats door experts.In de behandeling van patiënten met diabetes mellitus wordt op dit moment geen gebruik gemaakt van beïnvloeding van darmhormonen.
Anouk N.A. van der Horst-Schrivers
Iwan C.C. van der HorstLiteratuur:
Basic & Clinical Endocrinology – 5th edition. Greenspan FS, Strewler GJ. -
AuteurBerichten